Het Nederlandse huishouden heeft voedsel- en energiegronden. Logisch toch?

 7 maart 2019 overzicht


De transitie naar duurzame energie vormt een grote ruimtelijke opgave. Om fossiele brandstoffen te vervangen maken we nu veel gebruik van windenergie en zonne-energie. Dit is dunne energie. Er is veel oppervlakte nodig om deze energie te vangen. Als de opstellingen eenmaal staan kunnen we vervolgens goed oogsten van deze energie. Maar waar zoeken we die oppervlakten? Deze vraag houdt heel Nederland bezig. 

Een veel gehoorde klacht is dat energieruimte niet mag concurreren met landbouwgrond, want die is nodig voor voedselproductie. Ik vraag me steeds vaker af: waarom niet? In Nederland produceren we veel voedsel en bloemen voor de export. Sommigen zijn daar heel trots op. En juist dat maakt die klacht ongeloofwaardig.

Ons land is een huishouden dat voedsel en energie nodig heeft. We kunnen niet zonder en hiervoor is ruimte nodig. In ons huishouden is het fijn dat we veel landbouwgrond hebben. Zo is voedsel voor onszelf verzekerd. Wat we overhouden nadat Nederland gegeten heeft, verkopen we aan het buitenland. Die grond voor exportproducten is zodanig groot dat er voldoende ruimte is voor energieopwekking. Immers nu importeren we veel energie. En transport kost ook energie.

Ik denk dat er voor Nederland een duurzaam huishouden mogelijk is met voedsel van eigen landbouwgrond en voor energie op voormalige landbouwgrond. 

Als we dit doen hebben we trouwens nog grond over. En die grond benoemen we wat mij betreft tot de (sier)tuin van ons huishouden. In deze tuin, die bestaat uit gronden die we niet nodig hebben voor ons eigen voedsel en onze energie, kunnen we kiezen. Ik zie op deze gronden liever voedselproductie dan energieproductie met bestemming buitenland. Dat voedsellandschap komt namelijk voort uit een lange agrarische en culturele traditie en dat past beter bij ons dan een uitgestrekt land van energie.

Klinkt dit lichtzinnig? Laat het me weten als u dat denkt.

Natuurlijk, er valt best wat af te dingen op duurzame energie in het landschap, want die grote oppervlakten zijn zichtbaar. En, hoe zit het met natuurwaarden? Er is al zoveel druk op de grond. Plaats eerst turbines en panelen op daken en restgronden. Windmolens beter dan zonnepanelen? Misschien wel. En gebruik ook de zee efficiënt. Natuurlijk! Daar ben ik ook voor. Maar daarmee komen we er niet. 

We moeten heel goed zorgen voor ons landschap. Ons landschap is waar ons huishouden leeft, ons landschap is waar wij leven. Laten we ervoor zorgen dat we er trots op zijn, en dat bezoekers het aantrekkelijk vinden. Laten we het delen met planten en dieren, in een zo groot mogelijke diversiteit. En laten we alles wat dit landschap oplevert delen met elkaar. De inrichting van ons huishouden moeten we dus zorgvuldig vormgeven. Soms kan alles wat we willen slim binnen een gebied worden gecombineerd. 

Zo eindigt dit verhaal als een idylle. Maar het begint met een basisles economie en ecologie. Richt je huishouden duurzaam in!

 

Frank Stroeken

Ateliermeester AtelierOverijssel

8 maart 2019

Reacties2

peters13 maart 2019 14:59

Om het CO2 probleem te verkleinen moeten we zorgen dat de natuur dit opneemt, hiervoor heeft het licht nodig. Wanneer we het bladgroen dit licht ontnemen zal deze opname stoppen. Daarom denk ik dat het onverstandig is zonneparken aan te leggen terwijl er nog zoveel daken niet gebruikt worden voor het opwekken van energie.

Coolen13 maart 2019 14:25

Als u de panelen nueens 3 meter hoger zet als op de foto , dan heeft u de bodem nog voor planten of dieren vrij.

Laat een reactie achter