Moving with hope

 7 oktober 2018 overzicht


Afgelopen week was ik op de tentoonstelling ‘Places of Hope’ in Leeuwarden en zag ik de interessante film “Imaginary Cities, places of hope”.  Deze film toont een lange reeks fragmenten van de westerse stad zoals die voorgesteld zijn door generaties van science-fiction filmmakers. Het is een prachtige film waar de fascinatie voor techniek vanaf druipt. Wat me het meest bijblijft is de voorgestelde ontwikkeling van transport. In veel van de filmfragmenten zie je kleine vliegende voertuigen. Je kan ze vliegende auto’s noemen, drones of kleine vliegtuigen, maar in ieder geval vliegen ze door de stad met grote snelheid en vaak hoogst individueel.

Natuurlijk snap ik het. Wie wil er nu niet vliegen? Droomt u er ook wel eens van? Dat u als een vogel door de lucht vliegt? Hoe fantastisch zou het zijn om de verticale ruimte in de stad ook werkelijk te gebruiken en los te komen van het krioelende verkeer op het maaiveld. Deze film toont een diep verlangen naar grenzeloze mobiliteit. Je hebt geen idee waar de voertuigen naar toe gaan en waar ze vandaan komen, maar ze gaan! Dit zit diep. Bij mijn kinderen, en vooral bij de jongens, viel me de zeer vroege aandacht voor beweging op. We spelen er allemaal al vroeg op in. We hangen vliegtuigjes boven babybedjes, hebben talloze voertuigen op de vloer en we maken van peuters al bestuurders voordat ze kunnen lopen.

Iedereen een eigen vliegmobiel?

Terug naar de film en naar de stad. Imaginary Cities, werd door Dan Hassler Forest samengesteld uit 79 science fiction films. Met buitengewoon veel detail is mobiliteit in veel van deze films vormgegeven. Al deze aandacht wijst erop dat het vrije vliegen een wensbeeld is. Kan dit ook werkelijkheid worden? Er zijn best wat kanttekeningen bij te plaatsen. Met vliegen en überhaupt met individueel gemotoriseerd transport verdien je geen milieupunten. ‘Blijf op de grond en verplaats je collectief’ zegt ons milieugeweten.  In de toekomst kan dat anders zijn. Trendvoorspellers wijzen erop dat energie veel goedkoper en ook heel schoon kan worden. Dan noch kan ik me moeilijk voorstellen dat we allemaal onze eigen vliegmobiel op ons balkon hebben. Een beperking is bijvoorbeeld de veiligheid die we in Nederland vergaand controleren met rijbanen, vangrails en stoplichten. Het is een flinke uitdaging om dit driedimensionaal te organiseren.  Ik kan me wel voorstellen dat we veel meer vliegveldjes krijgen als alles schoner wordt. Dat we aan de rand van de stad wachten op een ‘luchtslot’ en dan opstijgen in een luchtbusje.

En wil ik dit ook? Tja, sluit ik nu af met de constatering dat we de komende decennia beter prioriteit kunnen geven aan vergaande besparing van CO2-uitstoot?  Of volg ik het kind in mij? Kijk zelf. Hier ziet u de film. Daarna kunt u huiveren of dromen.

Frank Stroeken

Ateliermeester AtelierOverijssel

Reacties0

Laat een reactie achter